Jurdisch verloop
Op deze pagina wordt het juridisch verloop van de zaak rond Issei Sagawa omschreven, vanaf zijn arrestatie in Parijs tot zijn uiteindelijke vrijlating in Japan. De tekst beschrijft hoe justitie in beide landen omging met zijn ontoerekeningsvatbaarheid en welke beslissingen leidden tot zijn vrijlating.
Tijdlijn
Deze tijdlijn laat het juridisch verloop van de zaak van Issei Sagawa en Renée Hartevelt zien, van de moord in 1981 tot de uiteindelijke vrijlating.
Beschuldigde rechtszaken
In dit onderdeel bekijken we de juridische stappen die tegen Issei Sagawa zijn ondernomen. Welke strafbare feiten werden onderzocht, welke procedures vonden er plaats en waarom kwam de zaak uiteindelijk niet voor de rechter?
Welke strafbare feiten werden onderzocht?
In de zaak rond Issei Sagawa werden door de Franse justitie verschillende strafbare feiten onderzocht naar de aanleiding van de moord op de Nederlandse studente Renée Hartevelt op 11 juni 1981 in Parijs. De Franse politie en het parket onderzochten de volgende delicten:
Moord
Sagawa werd verdacht van het opzettelijk doden van Renée Hartevelt. Volgens de berichtgeving schoot hij haar met een vuurwapen door de nek toen zij zijn avances afwees. Dit vormde het primaire delict waarop de vervolging werd voorbereid.
Lichaamsverminking en ontleding
Na de dood van het slachtoffer heeft Sagawa haar lichaam in stukken gesneden. De kranten melden dat delen van het lichaam in zijn appartement werden gevonden en dat hij probeerde restanten te verbergen in het Bois de Boulogne.
Kannibalisme
De Parijse politie stelde vast dat Sagawa delen van het lichaam van Hartevelt heeft gegeten. In zijn verklaring aan de politie verklaarde hij: “Ik heb altijd al het vlees van een jonge vrouw willen eten. Hoewel kannibalisme als zodanig niet als zelfstandig strafbaar feit in het Franse Wetboek van Strafrecht voorkomt, werd dit beschouwd als verzwarende omstandigheden binnen de aanklacht van moord en schending van een lijk.
Onbehoorlijke omgang met een lijk
Naast de consumptie en ontleding probeerde Sagawa delen van het lichaam te vervoeren en te dumpen in koffers in een openbaar park. Dit handelen valt onder de strafbepalingen van “schending van eerbied voor een overledene”.
Vernietiging of verberging van bewijs
Door het verplaatsen van de koffers met lichaamsdelen probeerde Sagawa bewijsmateriaal te verwijderen. Dit werd meegenomen in het politieonderzoek, hoewel het door zijn bekentenis later minder van belang werd.
Onderzoek naar geestesgesteldheid
De Franse rechter liet psychiatrisch onderzoek doen naar de toerekeningsvatbaarheid van Sagawa. In de berichtgeving uit 1985 wordt vermeld dat deskundigen vaststelden dat hij ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de daad, en dat de zaak op de grond van artikel 64 van het Franse Wetboek van Strafrecht werd gesloten. Hierdoor kon geen strafrechtelijke veroordeling volgen.
Wie waren de betrokken partijen?
Renée Hartevelt – Het slachtoffer
Issei Sagawa – De dader
Akira Sagawa – Vader van de dader
Akira Sagawa was een invloedrijke Japanse zakenman en de vader van Issei Sagawa. Na de misdaad in Parijs betaalde hij een schadevergoeding aan de Duitse vrouw die Sagawa eerder had geprobeerd aan te vallen, waardoor de aanklacht is vervallen. Daarnaast zorgde hij ervoor dat zijn zoon werd overgebracht naar Japan, waar hij uiteindelijk werd vrijgelaten.
Franse politie en justitie
De Franse autoriteiten arresteerden Sagawa na de ontdekking van het lichaam van Hartevelt. Hij is door Franse psychiaters onderzocht die stelden dat hij als kind een hersenvliesontsteking heeft gehad, maar ten tijde van de daad was hij ontoerekeningsvatbaar en werd hij op artikel 64 van het Franse Wetboek van Strafrecht daarom werd de zaak gesloten. Sagawa werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. De documenten werden niet gedeeld met de Japanse autoriteiten, waardoor Sagawa niet opnieuw werd berecht in Japan.
Japanse psychologen en Justitie
In Japan werd Sagawa opnieuw onderzocht door psychologen van het Matsuzawa-ziekenhuis, die vonden dat hij een gestoorde persoonlijkheid heeft, maar geen sprake is van een hersenstoornis. Verdere behandeling zou daarom geen zin hebben.Japanse justitie vervolgde hem niet, deels vanwege het ontbreken van Franse rechtsdocumenten.
Media en publieke reacties
Na zijn vrijlating werd Sagawa een publieke figuur in Japan. Hij verscheen in talkshows, schreef boeken en werd onderwerp van documentaires. Zijn voortdurende bekendheid leidde tot kritiek op het juridische systeem en de ethiek van media-aandacht voor zijn misdaad.
Welke processen of rechtszaken hebben plaatsgevonden?
Na de moord op 11 juni 1981 werd Issei Sagawa in Parijs gearresteerd. De Franse psychiaters onderzochten hem en stelden dat hij ontoerekeningsvatbaar was op grond van artikel 64 van het Franse Wetboek van Strafrecht. Daardoor werd hij niet vervolgd en in plaats daarvan opgenomen in een psychiatrische inrichting. De Franse justitie beschouwden hem als geestelijk ziek en ‘niet verantwoordelijk voor zijn "daden”.
In mei 1984 werd Sagawa overgebracht naar Japan, begeleid door een Franse arts en politieman. Officieel zou hij daar verder worden behandeld, maar de Franse autoriteiten deelden de gerechtelijke documenten niet met Japan. Hierdoor kon geen nieuw proces worden gestart.
In Japan werd Sagawa opgenomen in het Matsuzawa-ziekenhuis. Japanse psychiaters concludeerden dat hij weliswaar een abnormale persoonlijkheid had, maar dat er geen sprake was van een hersenstoornis of acute psychose. Daarom werd hij in augustus 1985 in het gemeen ontslagen uit de inrichting.
Volgens dr. Tsungo Kaneko, adjunct-directeur van het ziekenhuis, gebeurde deze vrijlating onder druk van de directie. Kaneko verklaarde dat Sagawa “krankzinnig genoeg was om voorgoed opgesloten te blijven”, maar dat “hogere belangen” meespeelden in de beslissing om hem vrij te laten.
Volgens de Britse krant The Observer, waarnaar Het Vrije Volk verwijst, had Akira Sagawa, de vader van Issei, invloedrijke connecties in zowel Japan als Frankrijk. Hij was directeur bij Kurita Water Industries, dat in 1984 een contract sloot met het Franse bedrijf Elf-Aquitaine, precies in de periode dat Frankrijk en Japan overeenkwamen dat Issei naar Japan mocht worden overgebracht.
De familie van Renée Hartevelt probeerde de overdracht en vrijlating tegen te houden. Zij waarschuwden dat Sagawa gevaarlijk was en opnieuw zou toeslaan zodra hij vrij zou komen. Hun oproepen bleven echter zonder resultaat.
Doordat er geen rechtszaak of veroordeling volgde bleef de familie Hartevelt achter zonder gerechtigheid. De vrijlating leidde tot internationale verontwaardiging en kritiek op de samenwerking tussen Frankrijk en Japan in deze zaak.
De rol van Nederland in de zaak Hartevelt
Nederland heeft in de zaak van Renée Hartevelt weinig kunnen betekenen voor zowel de strafzaak als de nabestaanden. De moord vond plaats in Parijs, waardoor Frankrijk en later Japan de beslissende zeggenschap kregen over de vervolging van Sagawa. De Nederlandse strafwet bood in 1981 bovendien nauwelijks mogelijkheden om een buitenlandse dader te vervolgen voor een in het buitenland gepleegde moord op een Nederlandse. Pas decennia later zijn de regels over extraterritoriale rechtsmacht verruimd, om Nederlanders in het buitenland beter te beschermen. Voor de familie van Renée kwam die verandering te laat. Haar halfbroer verwoordde de frustratie in de Nederlandse media: “Het heeft geen zin om ertegenin te gaan. Het wordt allemaal toegestaan door de wetgever”'. Daarna doelt hij op de wet- en regelgeving die het mogelijk maakte dat Sagawa zonder veroordeling in vrijheid en zelfs jarenlang als mediapersoonlijkheid over zijn daad kon praten.
Waar heeft het rechtssysteem gefaald?
Het rechtssysteem faalde op meerdere manieren in de zaak van Issei Sagawa. Ten eerste was er een groot probleem met de internationale samenwerking tussen Frankrijk en Japan. Sagawa pleegde in 1981 de moord op de Nederlandse studente Renée Hartevelt in Parijs en werd gearresteerd. Franse psychiaters oordeelden dat hij ontoerekeningsvatbaar was, waardoor hij niet veroordeeld werd en alleen werd opgenomen in een psychiatrische inrichting. Later werd hij gedeporteerd naar Japan. Omdat Frankrijk geen volledige processtukken of medische rapporten overmaakte, kon Japan hem niet opnieuw vervolgen of langdurig opsluiten. Hierdoor ontstond een juridisch gat, waardoor Sagawa vrijuit ging. Frankrijk besloot de documenten niet over te dragen, omdat de zaak in Frankrijk was gesloten en de gerechtelijke documenten verzegeld waren, nadat hij ontoerekeningsvatbaar was verklaard. Deze beslissing, ondanks verzoeken van de familie van het slachtoffer, heeft leide tot kritiek op het Franse rechtssysteem.
Sagawa werd naar Japan overgedragen omdat hij een Japanse staatsburger was en in Frankrijk als ontoerekeningsvatbaar werd gezien. Omdat er in Frankrijk geen strafrechtelijke vervolging mogelijk was, zag het Franse systeem geen reden om hem levenslang in een Franse inrichting te houden. Daarbij speelde de praktische overweging van hoge kosten voor een langdurige opname van een buitenlandse patiënt mee .
Daarnaast speelde het verschil in juridische en medische normen een rol. In Frankrijk werd hij als geestesziek beschouwd, terwijl Japanse deskundigen hem later toerekeningsvatbaar verklaarden en hij vrijgelaten werd. Dit laat zien dat ontoerekeningsvatbaarheid sterk kan verschillen tussen landen en dat inconsistentie in beoordeling kan leiden tot straffeloosheid, zelfs bij ernstige misdrijven.
Ook politieke en praktische keuzes beïnvloeden het verloop van deze zaak. Frankrijk koos voor deportatie naar Japan om langdurige kosten en verantwoordelijkheid voor een buitenlandse patiënt te vermijden, waardoor de strafrechtelijke vervolging feitelijk stopte. Daarnaast werden de belangen van het slachtoffer en haar familie onvoldoende beschermd. Er was weinig transparantie en zij kregen nauwelijks inspraak in de procedure.
Een laatste factor is de rol van de media in Japan. Na zijn vrijlating kreeg Sagawa publieke aandacht en werd een soort “beroemdheid” ondanks zijn misdrijf. Dit maakte een nieuwe vervolging politiek en maatschappelijk moeilijk en laat zien dat juridische tekortkomingen vaak versterkt worden door maatschappelijke omstandigheden.
Vanuit criminologisch perspectief kan het falen van rechtssystemen worden verklaard met twee theoretische invalshoeken. Ten eerste kan het gedrag van Sagawa worden beschouwd vanuit de psychopathologie van Hare (2003), die stelt dat kenmerken zoals een gebrek aan empathie en deviant gedrag risicofactoren zijn voor extreem geweld. Hoewel deze theorie het gedrag van Sagawa kan verklaren, bleef het rechtssysteem tekortschieten in zijn reactie. Ten tweede kan de situatie worden geanalyseerd met structurele en institutionele perspectieven, zoals besproken in het boek van Actuele Criminologie. Deze benadering wijst op institutionele tekortkomingen, zoals gebrekkige internationale samenwerking, uiteenlopende normen voor ontoerekeningsvatbaarheid en onvoldoende bescherming van slachtoffers. Deze structurele problemen droegen bij aan het feit dat Sagawa nooit veroordeeld werd, ondanks de ernstige misdaad.
Volgens de rechtssociologische benadering uit Actuele Criminologie ontstaat dit soort juridische fouten niet alleen door menselijke keuzes, maar door structurele problemen zoals uiteenlopende rechtsnormen, gebrekkige internationale samenwerken en ongelijke toegang tot juridische middelen. De zaak Sagawa laat precies zien hoe zulke tekortkomingen kunnen leiden tot straffeloosheid, zelfs bij ernstige delicten.
Theoretisch kader
Het boek actuele criminologie beschrijft binnen de rechtssociologie hoe sociale ongelijkheid en machtsposities invloed hebben op de toepassing van het recht. Dit wordt omschreven met het begrip klassenjustitie: Het verschijnsel dat personen met hoge sociale status, economische middelen of politieke invloed in sommige gevallen anders worden behandeld dan personen met minder middelen. In de zaak van Sagawa zijn meerdere elementen die we kunnen koppelen aan deze theorie:
- Ongelijkheid in toegang tot juridische middelen
Sagawa maakte vanaf het begin gebruik van dure en invloedrijke advocaten, gefinancierd door zijn rijke vader. Volgens Van Dijk et al. vormt een sterke juridische positie een belangrijke factor in hoe het recht wordt ervaren en toegepast.
- Invloed van sociale status op juridisch bejegening
De vader van Sagawa was een zeer invloedrijke zakenman. Zijn status speelde een rol in hoe de Japanse autoriteiten de zaak afhandelden na Sagawa’s overdracht zoals ook staat beschreven onder het kopje ‘waar heeft het recht gefaald?’
- Internationale ongelijkheid in rechtsmacht
De theorie uit het boek actuele criminologie Van Dijk et al. benoemt hoe ongelijkheid tussen staten kan leiden tot situaties waarin daders uit de strafrechtelijke toepassing ontsnappen. Dat verklaart mede waarom Sagawa (bij gebrek aan Japanse rechtsmacht en mismatch met de Franse beslissing) juridisch gezien tussen wal en schip viel.
Internationale rechtsverschillen en structurele inconsistentie
Rechtspluralisme verwijst naar het naast elkaar bestaan van verschillende nationale rechtsstelsel, elk met hun eigen normen, procedures en criteria.
De zaak van Sagawa is hiervan een heel duidelijk voorbeeld. Frankrijk verklaarde hem ontoerekeningsvatbaar volgens artikel 64 van het Franse strafrecht, terwijl Japan zijn geestelijke toestand anders beoordeelde. Door het ontbreken van gedeelde documenten kon Japan hem niet vervolgen, waardoor Sagawa feitelijke “tussen de systemen viel”.
Deze theorie laat zien dat zijn vrijlating geen toevallige fout was, maar een gevolg van een structurele problemen in de internationale rechtstoepassing.

Theoretische duiding van het falen van het recht
Het falen van het rechtssysteem in deze zaak kan worden verklaard aan de hand van criminologische theorieën uit Actuele Criminologie. Volgens de rechtssociologische benadering ontstaan structurele juridische fouten niet alleen door individuele beslissingen, maar door verschillen in rechtsculturen en internationale samenwerking. De theorie van rechtspluralisme maakt duidelijke dat landen verschillende normen en criteria hanteren voor ontoerekeningsvatbaarheid en strafrechtelijke verantwoordelijkheid. Deze verschillen zorgden ervoor dat Sagawa tussen de systemen viel. Daarnaast sluit het concept klassenjustitie aan bij deze zaak: zijn sociale status en de invloed van zijn vader gaven hem toegang tot juridische middelen die voor veel anderen onbereikbaar zouden zijn. Door deze theoretische kaders wordt zichtbaar dat Sagawa’s vrijlating geen toeval was, maar het gevoel van structurele ongelijkheid, institutionele fouten en uiteenlopende juridische criteria.
Maak jouw eigen website met JouwWeb